Sigaretje bij het hospitaal

Mijn bezoek en ik waren op deze zaterdagmorgen net te laat de stad ingegaan om er echt wat aan te hebben. Het liep tegen twaalven, en de ene naar de andere winkel ging net voor onze neus dicht, en de kerstmarkt was nog in opbouw. Dan maar wandelen.

Richting de Russisch-Orthodoxe kerk (dicht), kijken of het strudl-winkeltje open was (ook dicht). Dan langs de rivier richting het klooster-militair hospitaal. Een blik werpend op de pub waar ze makrelen grillen (ook al dicht). Maar het hospitaal was wel open, dat gaat in het weekend allemaal gewoon door.



Het militair hospitaal is een monumentaal, barok bouwwerk. Ik was nog nooit binnen geweest. Er waren twee binnenplaatsen. Leeg, op een oude dame na die een sigaretje zat te roken. Net om de hoek waar de streng afgebakende rookzone ophield, want daar stond tenminste een bankje.

Ze was patiente ja. En het was prettig in dit ziekenhuis. Kleiner dan het faculteitsziekenhuis, de zusters hadden hier tijd voor je.

Wist ze waar de kapel was, vroegen we. 'Kom maar mee,' zei ze. Ze nam ons mee door een zijdeur. Langs de roestvrijstalen voedselkarren. Met de lift een verdieping naar beneden, naar de kapel (dicht). Maar ze kon het ons van buiten laten zien. Dus weer verder. Trapje af, binnentuin in. 'Daar is de psychatrie, mocht je die nog eens nodig hebben,' wees ze. De kapel was van buiten ook mooi, al hoop je dat het zijn doel vervuld in de ziekenhuiscontext, en toegankelijk is voor de patienten.


De mevrouw kwam uit Olomouc. Haar kleindochter studeerde in Praag, filosofie en film, en was onlangs getrouwd. Er waren hondertwintig gasten op de bruiloft (en dat in Praag!). De familie van de bruidegom was nogal artistiek, de opa was schrijver.

'Ik ken u,' had ze tegen de opa gezegd. 'Hoe is dat mogelijk' zei hij, 'ikzelf kan u even niet plaatsen.' 'Van uw foto op uw boekomslagen,' had ze geantwoord. En toen had hij vervolgens een goed uurtje gevuld met te praten over literatuur. 'U bent erg artistiek onderlegd,' had hij tegen haar gezegd: 'werkt u in die kringen?' 'Welnee,' was haar antwoord, 'ik heb veertig jaar aan de lopende band gestaan.' Ze stootte me aan: 'Maar dat maakt een mens nog niet dom, vind je niet?' Ze was dol op cultuur, en had een abonnement op de filharmonie gehad, totdat het lopen te lastig werd, en de taxi te duur.

Er bestaat vriendschap op het eerste gezicht, dus ik vroeg: 'wilt u mijn telefoonnummer, dan kom ik een keer op de koffie.' Mijn bezoek had een pen in haar zak, en de oude dame scheurde een stuk van haar pakje sigaretten af met een rookontmoedigende afbeelding van zwarte longen. Haar enige aanspraak thuis was haar kater Kuba, dus bezoek leek haar gezellig.

Op een zaterdag zit het meeste in Olomouc dicht. Dan maar wandelen. En als je dan een mens tegenkomt dat open is, is je zaterdag goed.

Comments