De Vijver Leegvissen

Overal in Tsjechië vind je dorpsvijvers en meertjes waar karper gekweekt wordt. Zo ergens in November worden de vijvers leeggepompt, en de karpers gevangen. Met vrienden waren we aan het wandelen, toen we op zo'n karperfestijn stuitten. Omdat er verder weinig gebeurt - op zo´n dag op het platteland - vielen we wat gebeurtenissen betreft met de neus in de boter. 
Het dorp was massaal uitgelopen om de karpervangst gade te slaan. Dode karper werd in plastic tasjes mee naar huis genomen. Een kleuter rende rond met een visje in z'n knuist, en pookte zonder mededogen in de ogen van de vis. Men is niet kinderachtig op het platteland.
 De grootste karper werd genade gegund, en werd weer in de vijver gelaten, na te zijn gewogen en door de buitenlander - ik - vereeuwigd.

  De vis was lichtelijk in shock. Een half uur later dobberde ze nog steeds wat lusteloos rond. 
 De mannen gadeslaand bedacht ik me dat een zekere tederheid voor de vis hier op het platteland hand in hand gaat met een nuchtere kijk op het dierenrijk, want nadat de vissen waren bewonderd, werden ze rap en onsentimenteel bewusteloos geslagen, en ontdaan van ingewanden en schubben. 

  En zoals altijd in Tsjechië gaan dat soort dingen stukken beter met bier binnen handbereik. 
  Toen de vangst er op zat, vertrokken de mannen naar hun clubhuis. Een rookhol, met aan de muur posters van vissen, ingelijste zwartwit foto´s van ernstigkijkende mannen, en knipsels van schaars geklede dames aan de muur. Op de kachel stond een pan goelash te dampen. Bier, grog, en visserslatijn.  
 De grote plastic tonnen moesten terug naar de zolder. Een benevelde dorpeling beklom omzichtig de gammele ladder. Een vriendin schoot toe, maar de man zei: 
"Pozóór, slečno. Ať vám to nespadne na řepu... Jsme trochu pod vlivem," 
wat zoveel betekent als: 
"Voorzichtig, jongedame, dat-ie niet op je biet valt, we zijn namelijk enigszins aangeschoten." 
 We vervolgden onze tocht, en lieten de dorpelingen voor wat ze waren in hun rokerige vissershonk. Toen ik nog es omkeek, dacht ik: "Grappig, Jezus z'n discipelen waren ook vissers!"