Dit is het treinstation in Haviřov, helemaal in het oosten van Tsjechie. Gebouwd in de jaren zestig is het vandaag de dag misschien onaanzienlijk van buiten, maar van binnen is het verrassend en - vind ik - mooi.
Er zijn plannen om het station af te breken omdat het vervallen is. Maar daar wordt ook weer hevig tegen geprotesteerd door architecten, kunstkenners en andere sympatisanten. Het getouwtrek zal nog wel een poosje aanhouden. Ik hoop dat het blijft staan. Ik heb het maar een keer gezien, maar het was sympatie op het eerste gezicht.
Want het mooie - vind ik - is dat je niet enkel een stationshal binnenstapt, maar tegelijkertijd ook een tijdperk. Waar oudere dames met te vaak geverfd haar en dikke winterjassen en boodschappentassen op de bankjes zitten te wachten alsof ze er al uren hebben gezeten en voorlopig ook niet van plan zijn weg te gaan. Waar de letters op informatieborden en winkelruiten geprint zijn in lettertypes die niet meer in de omloop zijn. En waar de toonbank en de schappen van het stationscafe op vrijdagochtend rond tienen schraal leeg zijn: drie verlepte broodjes, wat repen, wat flessen bier, sterke drank, limonade en turecká káva, meer valt er niet te kiezen. Ik waan me voor even in socialistisch Tsjechoslowakije, en ik geef schoorvoetend toe: dat vind ik stiekem machtig mooi.
Misschien kick ik daar als westerling met een lichtelijke fascinatie voor het tijdperk van het communisme wel te veel op: op Tsjechoslowaakse momentjes, op binnenstappen in stilstaande tijd en stuiten op tastbare geschiedenis. Dan waan ik me in een andere wereld, gevormd door een andere recente geschiedenis dan die van mijn land.
Maar laat ik mijn blik misschien te vaak vallen op wat ik graag wil zien? Ben ik bevooroordeeld in de wijze waarop ik kijk naar dit land? Zie ik bevestigd wat ik bevestigd wil zien? Heb ik een blinde vlek voor moderniteit omdat ik focus op geschiedenis? Want tegenover elke oude trabant staan twintig glimmende auto's. Niet ver van een ouderwetse kruidenier staat een spiksplinternieuw winkelcentrum. Tegenover diepgewortelde attitudes gevormd in de jaren van socialisme staat ook weer een hoop ondernemingsdrift, energie en creativiteit. Anderzijds is het ook weer zo dat in een land diverse invloeden, restanten uit het verleden en voorbodes van de toekomst naast elkaar bestaan. Dan sluit het een het andere ook niet uit.
Wat zie ik - wat wil ik zien - wat heb ik tot nu toe over het hoofd gezien?
Liever breken ze het station in Havirov niet af. Laat maar naast elkaar bestaan, heden en verleden. Oud is niet altijd goed, maar nieuw is niet altijd beter.