Op het centrale plein
in Olomouc is onderhand elk weekend wel wat gaande. De ene keer is het een boekenmarkt,
de andere keer een optreden van een band (of zelfs van een paar bands en dan
gooien ze er nog een wat fastfood- en biertenten bij en dan is het gelijk mooi een
festival – klinkt hip, trekt publiek) en we hebben ook een keer gehad dat het
plein vol ronkende motors stond die een half uur lang stationair uitlaatgassen
de lucht in stonden te blazen voordat ze brullend aan een toertocht begonnen. Maar vanmorgen stond het plein dus vol met brandweermannen.
Drie rijen dik stonden ze, met de vrijwillige
brandweer in trainingspakken achteraan. Op het podium stond o.a. een
vertegenwoordiger van de gemeente, en een afgezant van de stadsparochie.
Als je lang niet alles
verstaat, vervreemdt het een beetje, zo’n ceremonie. Er zijn plechtige woorden,
er klinkt applaus, er wordt wat overhandigd, handen worden geschud, en het
koperesemble zet een langzaam nummer in dat sommige mensen ontroerd en anderen
verveelt. En dan heb je nog de majoretten (wiens toegevoegde waarde ik nooit geheel heb begrepen, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van smaak).
En je hebt wel een
vermoeden wat er gebeurt . Dat de geschiedenis waarschijnlijk wordt opgerakeld, de moed van de
brandweer beloond met medailles en inzet en dienstjaren met lintjes, dat het
groepsgevoel versterkt, en het hogere doel ondersteund door dus de muziek en de
uniforms. Maar het fijne ontgaat je.
Hoewel ik bij sommige van de brandweermannen toch het idee kreeg dat ze de kantjes er een beetje van afliepen, van die officieelheid, en dat het voor hen wachten was op de onvermijdelijke hapjes en drank na het appel. En ze mochten dan op de achterste rij staan, maar foei zeg, sneakers en bergschoenen onder je pak, ga je schamen!