Schemer

 Als het schemert, dan is de lucht nog licht, maar op de grond is het al donker. De nacht is er al, maar de dag blijft nog even plakken. Magisch blauw uurtje. 

Als het schemert, laten de dingen van zich horen die te subtiel zijn voor de dag en te schriel voor de nacht. De parfumvleug, de paardenbloempluis, en de radioruis uit het open raam. Lieve langpootmug op het raam.
Het  park achter mijn huis schemert fijn.  De madeliefjes hebben zich dan al dichtgeklapt, maar dikke duiven en merels scharrelen tussen de struiken, en vliegjes dansen in het licht van de straatlantaarn. Schemer in het park geeft hardlopers vleugels, en verliefden op hun eerste afspraakje extra moed.

Maar zo onopgemerkt als de schemer komt, zo snel is ze ook weer weg. Kilte in de lucht, subtiliteit weg, melancholie verstoord. Vieze langpootmug op het raam.

En dan weer een etmaal slapen zweten zwoegen tot het volgende blauwe uurtje.