Stationsnackers

De man schuin tegenover me in de trein van Leiden naar Haarlem las een krantje, bekeek z´n agenda, en belde met een zakencontact. En hij at snoep. Schepsnoep uit een doorzichtige puntzak die in zijn laptoptas zat. Hij at witte muizen, grijze muizen, roodgroene aardbeien en blauwwitte smurfen. Hij viste ze per 3 á 4 uit de zak, en at snel. Doorslikken en doorgaan, zoals dat gaat. Van Leiden tot en met Haarlem at hij. Dat is minstens 250 gram schepsnoep. Toen het op was, verkreukelde hij de puntzak en zuchtte vergenoegd. Restjes blauw en rood nog tussen de kiezen. Lekker was het.

Kwam hij op het idee om schepsnoep te halen toen hij zijn trein had gemist? Of had hij er de hele middag al zin in, zo vanaf een uurtje of 15.30 toen de lunch verteerd en het avondeten nog ver verwijderd was? Waarschijnlijk houdt hij meer van zoet dan zout, dat moet haast wel. Terwijl de meeste stationsnackers van zout en vet houden. Of van vet en zoet. Er wórdt even wat afgekauwd en doorgeslikt op een gemiddeld station.. Lekker vinden we het.

Ooit wachtte ik op het schemerige perron van Schiphol op een trein richting het oosten. De trein had vertraging, en kon elk moment binnenrijden. De man een paar meter verderop twijfelde - wel of geen Mars uit de snoepautomaat halen. Innerlijke strijd. Ongezond. Lekker. Gister niet gesport. Bijna-thuis-en-eten. Enorm hol gevoel van binnen. Dikke boeien, gewoon doen! Terwijl de automaat zijn munten inslikte, doemde de lichten van de intercity in het donker op. De man toetste de code in. De trein rolde binnen. Hij wachtte op het zoemen en de plof. De deuren van de trein gingen zuchtend open. Shit, Mars bleef halverwege steken. De eerste passagiers drongen naar binnen. De man gaf een tik tegen de automaat. Toen een klap. Toen een trap. Innerlijke strijd: doorvechten of de trein halen. Hij droop af. Het had zo lekker kunnen zijn.

Comments

  1. This comment has been removed by a blog administrator.

    ReplyDelete

Post a Comment