Ik bevind me in de trein van Birming Airport naar Birmingham New Street. De coupé ruikt naar natte hond, maar dat maakt me niet uit, want ik ben in Engeland, en dat maakt me blij! Over twee dagen wordt ik verwacht op een conferentie in Gloucester, en tot die tijd hang ik de toerist uit in Birmingham en Cheltenham.
In het centrum van Birmingham is de schade van de genadeloze rellen van een paar weken geleden nog zichtbaar. Kapotte ramen zijn afgetimmerd met spaanplaat, en in de kogelwerende pui van een bank zit een barst. Ik kijk naar de gezichten op straat, en vraag me af wie van deze mensen hebben meegereld en meegeziekt.. Nu in de zon lijken de taferelen van brandende auto´s en jattende meutes surreëel. In het Birmingham Museum of Art laat ik mijn backpack achter in een kluis, en dwaal ik door zalen met imponerende schilderijen van streng kijkende Victoriaanse dames en heren, en weidse landschappen. Een klein meisje wervelt enthousiast langs me heen, en roept: “Look mom, that´s baby Jesus!”
Ter hoogte van de Renaissance valt mijn oog op een jong stel met een peuter in een sjofele buggy. De vader is een slungelachtige gozer met sneakers, een voetbalshirt en een petje. Het mollige meisje lijkt niet ouder dan zestien. Ze draagt een trainingsbroek, en heeft een nog kinderlijk gezicht met veel make-up en zwart geverfd haar in een strak achterovergekamde staart. Ze is zwanger van haar tweede.. Het verbaast me een beetje hen in dit museum te vinden. Bij de lift zie ik ze weer. Ze willen naar beneden, maar ze passen niet met z´n drieën in de lift. Ze overleggen even. Dan gaat hij met z´n dochtertje met de lift, en zij neemt de trap. Als ze wegloopt, kijkt ze nog even om. De jongen glimlacht en zwaait naar haar.
Tegen het eind van de middag trein ik naar Cheltenham, een stadje grenzend aan de Cotswolds in Gloucestershire. Op zaterdag besluit ik dat het tijd is om stad in te ruilen voor countryside. Om 12.00 stap ik de VVV binnen met de vraag welke bus me naar een leuke plek brengt, en om 12.01 ren ik weer naar buiten met een in m´n handen geduwd dienstrooster met de juiste bus omcirkelt. Ik heb geen idee waar ik heenga, maar om 12.05 zit ik in een ronkende bus op weg naar Bourton-on-Water. Bij aankomst stap ik in een tot leven gekomen ansichtkaart waar de tijd heeft stilgestaan. Temidden van de velden ligt het dorpje Engels te zijn met eeuwenoude cottages, popperige winkeltjes en teashops , en een ondiep riviertje waaraan gezinnen zitten te picknicken met sandwiches en crisps.
Ik wandel door de velden naar een gehuchtje een paar kilometer verderop, en als ik tegen drieën terugkom, ligt het openbare leven in Bourton-on-Water zo´n beetje plat, en zit iedereen aan de cream tea.Het is geen grap. Ik pas me maar aan, en in de tuin van ´The Mad Hatter” bestel ik thee en scones met jam en slagroom. Eén tafeltje verderop zitten een man en vrouw: bikers van middelbare leeftijd, stoere lui, helmen naast zich op de grond. Zij heeft geblondeerde stekeltjes, hij draagt een leren broek, en heeft tattoo´s all over. Ze genieten van de zon, en hebben het gezellig. Hij zoent haar op de wank, kijkt haar in de ogen, en noemt haar waarderend cow en bitc#. Dan schenkt hij zichzelf een tweede kopje thee in uit een petieterig theepotje, en besmeert zijn scone met aardbeienjam.
Jolly old England!
In het centrum van Birmingham is de schade van de genadeloze rellen van een paar weken geleden nog zichtbaar. Kapotte ramen zijn afgetimmerd met spaanplaat, en in de kogelwerende pui van een bank zit een barst. Ik kijk naar de gezichten op straat, en vraag me af wie van deze mensen hebben meegereld en meegeziekt.. Nu in de zon lijken de taferelen van brandende auto´s en jattende meutes surreëel. In het Birmingham Museum of Art laat ik mijn backpack achter in een kluis, en dwaal ik door zalen met imponerende schilderijen van streng kijkende Victoriaanse dames en heren, en weidse landschappen. Een klein meisje wervelt enthousiast langs me heen, en roept: “Look mom, that´s baby Jesus!”
Ter hoogte van de Renaissance valt mijn oog op een jong stel met een peuter in een sjofele buggy. De vader is een slungelachtige gozer met sneakers, een voetbalshirt en een petje. Het mollige meisje lijkt niet ouder dan zestien. Ze draagt een trainingsbroek, en heeft een nog kinderlijk gezicht met veel make-up en zwart geverfd haar in een strak achterovergekamde staart. Ze is zwanger van haar tweede.. Het verbaast me een beetje hen in dit museum te vinden. Bij de lift zie ik ze weer. Ze willen naar beneden, maar ze passen niet met z´n drieën in de lift. Ze overleggen even. Dan gaat hij met z´n dochtertje met de lift, en zij neemt de trap. Als ze wegloopt, kijkt ze nog even om. De jongen glimlacht en zwaait naar haar.
Tegen het eind van de middag trein ik naar Cheltenham, een stadje grenzend aan de Cotswolds in Gloucestershire. Op zaterdag besluit ik dat het tijd is om stad in te ruilen voor countryside. Om 12.00 stap ik de VVV binnen met de vraag welke bus me naar een leuke plek brengt, en om 12.01 ren ik weer naar buiten met een in m´n handen geduwd dienstrooster met de juiste bus omcirkelt. Ik heb geen idee waar ik heenga, maar om 12.05 zit ik in een ronkende bus op weg naar Bourton-on-Water. Bij aankomst stap ik in een tot leven gekomen ansichtkaart waar de tijd heeft stilgestaan. Temidden van de velden ligt het dorpje Engels te zijn met eeuwenoude cottages, popperige winkeltjes en teashops , en een ondiep riviertje waaraan gezinnen zitten te picknicken met sandwiches en crisps.
Ik wandel door de velden naar een gehuchtje een paar kilometer verderop, en als ik tegen drieën terugkom, ligt het openbare leven in Bourton-on-Water zo´n beetje plat, en zit iedereen aan de cream tea.Het is geen grap. Ik pas me maar aan, en in de tuin van ´The Mad Hatter” bestel ik thee en scones met jam en slagroom. Eén tafeltje verderop zitten een man en vrouw: bikers van middelbare leeftijd, stoere lui, helmen naast zich op de grond. Zij heeft geblondeerde stekeltjes, hij draagt een leren broek, en heeft tattoo´s all over. Ze genieten van de zon, en hebben het gezellig. Hij zoent haar op de wank, kijkt haar in de ogen, en noemt haar waarderend cow en bitc#. Dan schenkt hij zichzelf een tweede kopje thee in uit een petieterig theepotje, en besmeert zijn scone met aardbeienjam.
Jolly old England!
This comment has been removed by a blog administrator.
ReplyDeleteThis comment has been removed by a blog administrator.
ReplyDelete